Also sprach Zarathustra


Also sprach Zarathustra is een filosofische roman van Nietzsche, geschreven in de jaren 1883-1885. De gedachte is dat wij mensen zoals we nu functioneren onderweg zijn om ons te ontwikkelen en wel tot eindmens, Übermensch. Toen Zarathustra dertig jaar oud was, verliet hij zijn geboortegrond en trok zich terug in de bergen (“Als Zarathustra dreissig Jahre alt war, verliess er seine Heimat und den See seiner Heimat und ging in das Gebirge”). Na tien jaar verlaat hij de plek van zijn kluizenaarschap en mengt zich onder de mensen, in gezelschap van zijn wijze slang en adelaar en predikt hij zijn boodschap.

Titelblad van een uitgave met portret van Nietzsche

We zijn op weg dat te worden wat we bedoeld zijn te worden (de übermensch), maar we zijn er nog lang niet. Het duurt nog wel even. Zo ongeveer is het algemene beeld dat Nietzsche in dit werk probeert neer te zetten. De waarheid is grootser en de mens zal grootser worden: pas als übermensch zal de mens zijn ware bestemming weten te hebben gevonden. Maar dan moet de huidige mens wel de moed tonen om zich tot deze bestemming op te willen werken. Dit kan bereikt worden door zich alles opnieuw af te vragen en uit te stijgen boven de dierlijke emoties.

Deze laatste mens is een concept dat door de uitspraken van Zarathustra in het boek wordt beschreven: een mensengeslacht dat komen gaat en dat niet langer in staat is om scheppend boven zichzelf uit te stijgen. De laatste mens heeft het geluk gevonden, en valt daarmee feitelijk met zijn doel samen.

Richard Strauss maakte van deze filosofische roman een symfonisch gedicht. Dat was een genre dat met name in de tweede helft van de negentiende eeuw veel meer werd beoefend, je zou het verhalende muziek kunnen noemen. De eerste die een dergelijk werk schreef  was de Franse componist Hector Berlioz met de Symphonie Fantastique.

Inclusief de inleiding bestaat het geheel uit negen delen, die niet door rustpauzes worden onderbroken. De vernoeming van de delen naar hoofdstukken uit het boek vormt de enige aanwijzing van het programmatische verband:

Einleitung, oder Sonnenaufgang : Inleiding, of zonsopkomst
Von den Hinterweltlern : Over de achterwereldfiguren
Von der großen Sehnsucht : Over het grote verlangen
Von den Freuden und Leidenschaften : Over vreugde en hartstochten
Das Grablied : Het requiem
Von der Wissenschaft : Over de wetenschap
Der Genesende : De herstellende
Das Tanzlied : Het danslied
Nachtwandlerlied : Lied van de dolende nachtwaker

In het muziekstuk wordt getracht de elementen van de filosofie in muzikale termen te vertalen. Zo staat het eenvoudige C-akkoord voor de natuur en het universum. U hoort dit in de opening, de zonsopgang. Het B-akkoord is het akkoord van de mensheid. Deze akkoorden wisselen elkaar af en zo wordt de verwevenheid van de mens en de natuur verklankt. Op het eind worden diverse akkoorden door elkaar gespeeld, je zou kunnen zeggen dat hiermee het raadsel als zodanig in stand blijft.

Richard Strauss

In de delen Von den Hinterweltlern en Von der großen Sehnsucht wordt geciteerd uit de geloofsbelijdenis uit de rooms-katholieke mis, het Credo in unum Deo. Mogelijk suggereert Strauss  hiermee een monotheïstische Christelijke interpretatie van het godsbegrip waar Nietzsche’s Zarathustra expliciet afgeeft op “de goden”.

Richard Strauss (1864-1949) was de zoon van een hoornist. Hij leerde op jonge leeftijd zowel hoorn als viool spelen, maar legde zich later toe op dirigeren en componeren. Hij legde zich vooral toe op opera en symfonisch gedicht. Hij had grote kennis van het orkest en kon de mogelijkheden goed benutten. Zoals hij zelf zei, hij kon een glas bier tot klinken brengen. Hij was in de nazitijd redelijk tolerant en opportunistisch, wat hem later wel verweten werd.  Hij componeerde de Olympische hymne van de Spelen in Berlijn in 1936. In 1948 componeerde hij de Vier Letzte Lieder, een repetoirestuk voor sopraan en orkest. Het symfonisch gedicht Also sprach Zarathustra dateert uit 1896. Het is een compositie die typerend is voor de ontstaanstijd, namelijk de fin-de-siècle. Allereerst de thematiek van het filosofische met alle elementen van die tijd: symbolisme, psychologie, zich bezighouden met wat mensen zijn en kunnen. De filosofische boodschap wordt verpakt in een allegorisch verhaal. Verder de muziek: Strauss maakt gebruik van alle orkestmogelijkheden die de tijd en de techniek toelieten: groot orkest met veel en indrukwekkend koper, doorontwikkelde melodische lijnen en harmonieën.