De Italiaanse


 Mendelssohn, Italiaanse Symfonie

 

Mendelss_2008-12-12_1229083857

Felix Mendelssohn

Felix Mendelssohn leefde van 1809-1847. Hij werd geboren in een rijke Joodse familie, die evenwel in 1816 in Berlijn zich protestants liet dopen. Vader Abraham Mendelssohn was bankier en zijn grootvader was de Joods-Duitse filosoof Moses Mendelssohn. Van hem gaat de anekdote dat hij moeite had met zijn identiteit: als jongen was hij zoon van een bekende filosoof, op oudere leeftijd was hij vader van een bekende componist.
Op zesjarige leeftijd kreeg Felix pianoles van zijn moeder en op zevenjarige leeftijd van Marie Bigot in Parijs. In 1817, na in Berlijn te zijn teruggekeerd, kreeg hij les in compositie van Carl Friedrich Zelter, wiens vriend Goethe hij in 1821 in Weimar bezocht.
Het was min of meer gewoonte dat kinderen van welgestelden een Bildungsreise ondernamen. Jonge mannen in de poort van volwassenheid werden geacht aan hun vorming te werken door de beroemdste kunst- en cultuurschatten van Europa te bezichtigen. In de praktijk zullen ook andere gelegenheden zijn bezocht. Van 1829, toen hij twintig was, tot 1831 ondernam Mendelssohn een Grande Tour door Europa, die hem niet alleen naar Engeland en Schotland, maar ook naar Italië bracht. De ‘Italiaanse’ en ‘Schotse’ symfonieën danken hun ontstaan aan die reis, maar ook bijvoorbeeld de Ouverture De Hebriden.
Rome, Bologna, Florence en Napels zouden Mendelssohn in 1830 hebben geïnspireerd tot zijn ‘vrolijke werk’, zoals hij het zelf uitdrukte. En de Italiaanse is inderdaad een muziekstuk dat levenslust uitstraalt, smaakvol en makkelijk in het gehoor liggend. Maar of het echt Italiaans is? Mogelijk dat de Finale, een Saltarello, teruggrijpt op folklore, maar bijvoorbeeld het tweede deel, een Andante zou gebaseerd zijn op een Tsjechisch Pelgrimslied. De symfonie werd geschreven in de winter van 1832 bij terugkeer in Berlijn, enige weken na zijn terugkeer uit Italië.

Wat betreft de stijl: Het is een symfonie, dat wil zeggen de traditie van de symfonie volgend. Snel eerste deel, langzaam liedachtig tweede deel, derde deel scherzo (beetje gek doen), onstuimig vierde deel. Mendelssohn houdt zich aan de klassieke wetten, meer bijvoorbeeld dan Beethoven deed in zijn laatste symfonie.

In 1835 werd Mendelssohn de eerste muziekdirecteur, die tevens Kapellmeister van het Gewandhausorchester in Leipzig was. Dat orkest bestaat nog steeds! Voor die tijd waren deze twee functies gescheiden.

1830-1831, 1833: – Symfonie Nr. 4 “Italiaanse” in A majeur, voor orkest, op. 90
1. Allegro vivace
2. Andante con moto
3. Con moto moderato
4. Saltarello: Presto