Stravinsky Petroesjka


 

Igor Stravinsky
Igor Stravinsky

Igor Stravinsky (1882-1971) was een leerling van Rimski-Korsakov en componeerde aanvankelijk in zijn stijl. Een zeer belangrijke figuur voor zijn ontwikkeling was de danser Diaghilev, artistiek leider van Ballets Russes, een Russisch balletgezelschap in Parijs. Hij gaf aanvankelijk aan Stravinsky opdrachten om orkestraties voor balletten te maken. In 1910 stelde hij voor om muziek te componeren voor de balletuitvoering van het Russische sprookje De Vuurvogel. Dat betekende dat Stravinsky ook naar Parijs ging om daar de première bij te wonen. Hier maakte hij kennis met de culturele elite van Parijs en dat beïnvloedde hem enorm. Er volgde snel een tweede ballet: Petroesjka ging in 1911 in première. Stravinsky ging steeds meer de moderne kant op. In 1913 ging het ballet Le Sacre du Printemps in première, een ballet met muziek die nog gedurfder en extravaganter was dan de vorige werken. De eerste uitvoering in Parijs ontaardde in rellen en gevechten tussen voor- en tegenstanders. Maar.. nog geen jaar later werd het stuk standaardrepertoire! Stravinsky werd later zelfs enige tijd een volledig atonaal componist (12-toons). Uiteindelijk keerde hij  deze techniek de rug toe, werd wel meer meer experimenteel en vaak humoristisch. In 1934 nam hij de Franse nationaliteit aan, in 1940 werd hij Amerikaans staatsburger.


Petroesjka (Petertje) wordt vaak in concertversie uitgevoerd, maar is oorspronkelijk een ballet. Er zit dus een verhaal aan. Op een carnavalsfeest vermaken een orgelman en een danseres het publiek, dan verschijnt een Tovenaar met drie levenloze poppen. Na een toverfluit komen de poppen tot leven en gaan zij temidden van het publiek een dans uitvoeren: Petertje, de Ballerina en de Moor. Petroesjka is natuurlijk verwant met Jan Klaassen, of Harlekijn: de rampfiguur met tegenslag, de grote pechvogel. Wordt hij verliefd, dan wordt de liefde niet beantwoord. Met vechten verliest hij altijd. Maar hij heeft wel menselijke emoties. Zo heeft de Moor het beter, hij woont in een mooiere en grotere kamer, en is hij meer in trek bij de ballerina. Dat steekt en Petroesjka valt de Moor aan die hem neerslaat met zijn kromzwaard. De politie komt en ondervraagt de Tovenaar (die de politie al eerder geld heeft toegestopt), die schudt voor het publiek het zaagsel uit het lijf van Peter, wat zoveel wil zeggen als het was maar een pop. De Tovenaar gaat naar huis met de slappe Petroesjka. Dan verschijnt diens geest en de Tovenaar schrikt geweldig. Dus toch niet zomaar een pop? Dat is het einde. Wat is echt en wat niet?


De muziek is modern in die zin dat er verschillende tonale systemen tegelijk klinken. In het eerste deel worden de drieklank akkoorden van C-groot en Fis-groot gelijktijdig gespeeld. Heftige dissonanten dus. Verder zijn er veel net niet “kloppende” akkoorden en snelle en ingewikkelde ritmes, maar ook prachtige simpele melodietjes en virtuoos gebruik van de instrumenten van het orkest. Het werk werd door Stravinsky in 1947 bewerkt voor klein orkest. Er is ook een pianoversie. En delen uit Petroesjka komen voor als zelfstandige werken, zoals de Russische dans in een zetting voor viool en piano en 3 delen in Trois mouvements de Petrouchka.