Op 3 januari hoorde George Gershwin (1898-1937) op de radio dat hij op 12 februari van dat jaar een pianocompositie ten doop moest houden : nieuwe muziek met het orkest van Paul Whiteman. Hij schrok, had hij een opdracht? Later bleek dat inderdaad en na overleg met Whiteman nam hij de opdracht snel aan, ook al omdat hij bang was dat een ander zou gaan schrijven als hij niet snel reageerde..
Paul Whiteman was in die tijd een zeer populaire orkestleider. Hij was sterk onder invloed van de toen opkomende jazzmuziek en probeerde in zijn arrangementen typische jazzritmes te verwerken, Dat was commercieel erg handig, want het ballroom dansen was toen erg in opkomst en daar was zijn muziek uitermate geschikt voor. Zijn orkest was dus eigenlijk een soort dansorkest, af en toe gebruik makend van jazzmusici.
De opdracht behelsde in eerste instantie een pianostuk, of mogelijk een stuk voor twee piano’s. Gershwin zag echter mogelijkheden voor een pianoconcert. Hij werkte een en ander uit in de trein naar Boston op 7 januari. Hij maakte een schets voor twee piano’s, later werkte hij een orkestpartij uit met arrangeur Ferde Gröfe
Gershwin stond voor ogen een rapsodie-achtig werk met Europese en Amerikaanse kenmerken. In eerste aanleg was de titel American Rhapsody. Een rapsodie is een gedicht of een muziekstuk met vaak contrasterende gedeelten in stijl en stemming, met een vrije vorm. Het vormt toch een eenheid door een gemeenschappelijk vaak verschillend terugkerend thema.
In die tijd zagen de broers George en Ira een schilderij van Whistler en dat heette Nocturne in Blue and Green, waarom dus niet als titel Rhapsody in Blue. Deze naam had als voordeel dat ook de typisch Amerikaanse kenmerken (zogenaamde blue notes) in de titel verschenen. Verder werd getracht aan de ene kant een jazzy syncopisch werk te maken met aan de andere kant ook een expressief romantisch thema.
De première van de het stuk werd bijgewoond door componist Rachmaninof, de violist Fritz Kreisler en de dirigent Leopold Stokowski.
Het glissando spelen van de (mede hierdoor) beroemde openingsmaat was een grapje van Ross Gorman, de virtuoze klarinettist uit Whiteman’s band. Tijdens de repetities voor de première hanteerde hij deze techniek om wat humor in de passage aan te brengen. Dit beviel Gershwin zo goed – hij moedigde Gorman aan het zo ‘jankend’ mogelijk te doen – dat het glissando is gebleven en in latere uitgaven aan de partituur werd toegevoegd.
In 1925 ging Gershwin naar Europa, hij wilde studeren bij Nadia Boulanger en Maurice Ravel, maar die wilden hem niet als leerling, bang als zij waren dat hij zijn originele jazz idioom zou verliezen: waarom een tweederangs Ravel worden als je al een eersterangs Gershwin bent. Dat lukte dus niet, dus maar weer naar Amerika. Hier schreef hij in 1935 de succesvolle opera Porgy and Bess. Hiernaast schreef hij instrumentale stukken maar vooral veel liederen, die nog steeds uitgevoerd worden, en hij maakte ook veel Hollywood muziek.
Gershwin overleed in 1937 aan de gevolgen van een hersentumor.