1900-1920 Wenen


Wenen in 1900

Wenen: twee gezichten

In beschrijvingen van het leven in het Wenen van begin 20e eeuw wordt steevast gewag gemaakt van de dubbelhartige moraal van de Weense bevolking. Aan de ene kant de schone schijn van een deftige en fatsoenlijke levenshouding, aan de andere kant overvloedig naar decadentie neigend stads vermaak met uitgebreide theatervoorstellingen en partijen in koffiehuizen en bierstuben. Promiscuïteit werd algemeen aanvaard als het maar verborgen bleef. Er was op uitgebreide schaal prostitutie. In het toneelstuk Reigen geeft Schnitzler een navrant beeld van deze dubbele moraal. Hij heeft daar een treffend woord voor: Kulturheuchelei. Het stuk is in 1897 geschreven maar werd direct verboden en pas opgevoerd in 1920. Ook cultureel was er sprake van twee gezichten: als hoogste waarden werden door de bourgeoisie gezien ontwikkeling en levenskunst. Het muziekleven kwam tot bloei, de architectuur van Wagner en Loos trok internationale belangstelling, beeldende kunstenaars als Klimt en Schiele toonden een enorme creativiteit. Maar er was ook de kant van woningnood, inflatie en werkloosheid. Rond 1850 had een grote toevlucht plaatsgevonden van immigranten, voornamelijk Joden. Er was sprake van armoede en sloppenwijken. Dit was aanleiding tot, of hing althans samen met een uitgesproken sfeer van Duits nationalisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme. In dit Wenen ontwikkelde Freud zijn theorieën over het onbewuste, over schuldgevoel en verdringing, allerlei psychische narigheid die voor een belangrijk deel te wijten was aan onderdrukte seksualiteit. Hiermee probeerde hij een tegenwicht te bieden aan de dubbele moraal.
Merkwaardig dat in dit klimaat de grondslag kon gelegd worden voor een ambitieus zoeken naar authenticiteit en dieper gevoelsleven door kunstenaars als Klimt, Schiele, Kokoschka en componisten als Schönberg en Mahler. Deze laatste was directeur van de Wiener Hofoper en een gewaardeerd dirigent, maar moest als jood deze functie in 1910 opgeven. Klimt was een gevierd kunstenaar, hij kreeg veel opdrachten, maar was aan de andere kant ook een controversiële figuur in zijn weergave van erotische voorstellingen. De dubbele moraal in optima forma!

Nieuwe wegen

Otto Wagner, huizen Wienzeile, 1910

Aan het eind van de 19e eeuw werd sterk de behoefte gevoeld tot uitbreiding van de stad en vervanging van de middeleeuwse bouwwerken. Architecten werden belangrijke mensen! Creatief bovendien in die zin dat men probeerde zich los te maken van de bekende historische stijlimitaties. Nieuwe vormen kwamen op, veelal geïnspireerd op planten en gekenmerkt door zwierige golvende lijnen in de gevels,  maar vooral ook in elementen in het interieur, zoals trapleuningen, deurklinken, glas-in-loodramen en wanddecoraties. In het westen werd hieraan het etiket Art Nouveau gegeven. In Wenen gaat men over tot combinatie met strakkere lijnen en geometrische vormen en spreekt men van Jugendstil. Het onderscheid is niet altijd duidelijk. 

 Adolf Loos, Looshaus, Wenen

Overigens was er ook een school met als protagonist Adolf Loos, die zich juist probeerde te keren tegen de soms overdreven ornamentiek van de Jugendstil. Een en ander heeft grote invloed op een groep jonge kunstenaars en architecten die in 1898 de Sezession (= afscheiding) oprichten. De belangrijkste onder hen zijn Otto Wagner, Josef Hoffmann en Gustav Klimt.  Het lijkt aannemelijk dat juist deze façadecultuur een tegenbeweging naar innerlijke beleving opriep. Deze Sezession was overigens een beweging niet specifiek voor Wenen, maar had zijn “vestigingen” in heel Europa, zoals ook in Parijs, Berlijn en Brussel. Maar in Wenen was er met Klimt en Kokoschka een sterke neiging naar het mysterieuze en men sorteerde duidelijk voor op het symbolisme. 

Ook in de muziek worden met Mahler en Schönberg grondslagen voor vernieuwing gelegd. Mahler bouwde in zijn composities enerzijds door op de verworvenheden van de romantiek, aan de andere kant gaf hij door gedurfde harmonieën en instrumentatie ook de weg aan tot vernieuwing. Hij maakte veel gebruik van natuurgeluiden, of trachtte deze te imiteren. Schönberg brak met het tonale systeem en kwam tot een nieuwe ordening: het twaalftoonssysteem. Veel toehoorders moesten hieraan wennen, maar volgens Schönberg hoefde muziek niet mooi te zijn. Dus ook hier: twee gezichten, doorontwikkeling van oude verworvenheden tegenover radicale vernieuwing. Meer daarover in de pagina Postromantiek. Maar: net als  Sint-Petersburg en Parijs was Wenen een levendige stad met een opmerkelijke bloei van cultuur en wetenschap. Wittgenstein (filosoof) en Freud werden voormannen op hun gebied. Overigens stellen veel auteurs (o.a. Weeda, 2011) dat het Wenen van 1900-1920 ook te beschouwen is als de broedplaats van de Holocaust en de verdrijving van de Palestijnen.

Kokoschka, Bruid van de wind, 1914